De Fransman François Bourgeon zou eerst carrière maken als glasschilder, maar als twintiger krijgt de Negende Kunst hem plots in zijn greep. Eerst nog aftastend publiceert hij voor het eerst in 1971 in de Franse bladen Lisette en Djin, met onder meer de middeleeuwse jeugdreeks "Beatrijs en Coen". Opvallend zijn de zware contourlijnen en het opvallende pastelkoloriet: Bourgeons vooropleiding wordt hierdoor zelfs voor een leek duidelijk. Die reeks bleek slechts een voorbode op wat komen zou.